Het Joodse vraagstuk interesseerde Etty Hillesum niet bijzonder, totdat de Duitse bezetting hierin verandering bracht. Haar vader, dr. Louis Hillesum, werd op 29 november 1940 als rector van het Deventer gymnasium afgezet wegens zijn Joodse afkomst. Bij wijze van afscheid werd een foto van de schoolgemeenschap gemaakt met Hillesum in het midden. Met de gevolgen van de Duitse bezetting werd Etty Hillesum echter al eerder dat jaar geconfronteerd, toen zij te horen kreeg dat haar hoogleraar Bonger zelfmoord had gepleegd. Haar verbijstering was groot, want een uur eerder had zij nog samen met hem gesproken over de toekomst van Europa.
Als Etty Hillesum op 15 juli 1942 haar oproep krijgt, laat zij zich overhalen om bij de Joodse Raad te gaan werken. Tegen haar zin, omdat zij nega-tief oordeelde over de Joodse Raad en over elke poging om zich aan het ‘Massenschicksal’ van het Joodse volk te onttrekken. Daarom is het interessant om haar visie te vergelijken met die van haar vriendin Leonie Snatager, die wel voor onderduiken heeft gekozen. Ook de vergelijking tussen de oorlogsdagboeken van Hélène Berr en Etty Hillesum levert interessante overeenkomsten en verschillen op. Beiden wilden niet dat hun leven door de omstandigheden zou worden bepaald. In het geval van Etty Hillesum gold dit ook, toen zij afscheid moest nemen van haar grote leidsman, vriend en minnaar Julius Spier. Zij liet zich door zijn dood niet van het pad afbrengen, dat zij met zijn hulp was ingeslagen. Hierbij is de invloed van Meister Eckehardt merkbaar. Zo slaagde Etty Hillesum erin alles los te laten wat haar hinderde in haar queeste.
Het achtste deel in de serie Etty Hillesum Studies stond onder redactie Klaas A.D. Smelik, Marja Clement, Meins G.S. Coetsier, Gerrit Van Oord en Jurjen Wiersma en verscheen in 2016 bij uitgeverij Garant , Antwerpen-Apeldoorn.
Register for our newsletter and stay tuned!
Molenwater 77
4331 SE Middelburg
The Netherlands
info@ettyhillesumhuis.nl