Badhuisstraat 98 (nu 144-146) – Herman Louis van Zanten

Badhuisstraat 98, Vlissingen (nu 144-146)

Herman Louis van Zanten werd geboren op 29 januari 1907 in Montigny sur Sambre in België. Hij was een zoon van Herman Louis van Zanten (1876-?) en Cato Louise de Wal (1884-1946).

Na zijn studie in Leiden ging hij eerst naar Rotterdam waar hij van 1929 tot 1938 woonde en werkte. Van Zanten was naast zijn werk actief in de politiek. Van 1934 tot 1937 was hij voorzitter van de Bond van Jonge Liberalen, van 1937 tot 1938 lid van het hoofdbestuur van de Liberale Staatspartij. In die jaren hield hij regelmatig toespraken op discussieavonden over actuele publieke kwesties. In Vlissingen sprak hij bijvoorbeeld in 1936 op avonden in het concertgebouw en in café Vermeesch in de Badhuisstraat georganiseerd door de afdeling Vlissingen van de Liberale Staatspartij.

In 1938 verhuisde Herman van Zanten naar Zeeland, waar hij vanaf 1 juni in Vlissingen ging samenwerken met advocaat en procureur mr P.M.W.J. van der Slikke. Op 1 maart 1939 nam hij diens praktijk over en vestigde hij zich op de Badhuisstraat 98. Ook in Vlissingen bleef Van Zanten maatschappelijk actief onder meer als secretaris van de Vlissingse afdeling van het Rode Kruis en als lid van het Plaatselijk Comité ten bate van de Joodsche Vluchtelingen. Ook was hij betrokken bij het Vlissingsche Vredescomité.

Na de Duitse inval werd Van Zanten geconfronteerd met de nieuwe maatregelen van de bezetters. Zo werd in het voorjaar van 1941 een beroepsverbod voor Joodse advocaten afgekondigd. Naast zijn praktijk dreigden hierdoor ook zijn werkzaamheden als lid van het scheidsgerecht voor ambtenaren en als lid van de commissie van toezicht op de bioscopen in de knel te komen. Slechts door het ondertekenen van verklaringen dat naar zijn beste weten geen van zijn grootouders tot de Joodse geloofsgemeenschap hadden behoord, wist hij deze werkzaamheden voort te zetten. Een officieel onderzoek naar zijn afstamming werd echter, mede op instigatie van de Waarnemend Commissaris van de Provincie Zeeland en deken van de Orde van Advocaten in Middelburg, mr. P. Dieleman, wel in gang gezet. Dieleman meende dat Van Zanten ‘op grond van het uiterlijk en de manieren van doen’ Jood was en voerde tevens aan dat een oom van Van Zanten op de lijst van Joden stond. De secretaris-generaal van het departement van Binnenlandse Zaken gaf hierop opdracht Van Zantens stamboom tot en met de betovergrootouders uit te zoeken. Het onderzoek leidde tot de conclusie dat Herman Louis van Zanten drie joodse voorouders had en dientengevolge als Jood geregistreerd diende te worden.

Toch stond hij niet op de lijst van personen die Vlissingen in maart 1942 moesten verlaten. Het lijkt erop dat men binnen het ambtelijk apparaat Van Zanten de hand boven het hoofd hield. Helaas leidde plaatsing op de lijst van achtergebleven Joden in april tot arrestatie door de Sicherheitspolizei. Maar ook dat leidde niet tot zijn vertrek uit de stad. Op 16 juni 1942 werd hij ontslagen uit het Huis van Bewaring en verklaarde Hauptscharführer Gottschalk dat Van Zanten in Vlissingen kon blijven mits hij een jodenster zou dragen. Kort hierop moet hij zijn ondergedoken. Toen de politie op 8 augustus bij zijn kantoor op de Badhuisstraat aanbelde, kreeg men geen gehoor. Het doorzoeken van de slaapkamer die Van Zanten in het pand Singel 192 had gehuurd, leverde evenmin iets op. Het politierapport maakt alleen melding van een lichte regenjas met jodenster en een grijze herenhoed aan de kapstok in de gang. Navraag leerde dat hij voor het laatst op 1 augustus gezien was en in officiële rapporten werd de mogelijkheid van zelfmoord geopperd. In werkelijkheid was Van Zanten korte tijd ondergedoken in Zoutelande van waaruit hij naar het onbezette deel van Frankrijk, waar zijn ouders in Nice woonden, probeerde te ontkomen. Het lukte hem bijna. Veertig meter voor de demarcatielijn tussen bezet Frankrijk en Vichy-Frankrijk werd hij gearresteerd en na verhoor door de Duitsers afgevoerd naar Auschwitz waar hij op 28 augustus 1942 werd omgebracht.

Katie Heyning

Herman Louis van Zanten
Montigny sur Sambre, 29 januari 1907
Auschwitz, 28 augustus 1942
Bereikte de leeftijd van 35 jaar.

Bronnen:
Joods Monument
Zeeuws Archief, Zeeuwen gezocht
Krantenbank Zeeland
C. Sleutel, ‘Opgejaagd wild. De dood van Herman Louis van Zanten’, in: C. Sleutel, A. Weerman en J. de Hond, Joods Vlissingen. Een roerige en bewogen geschiedenis, Vlissingen 2010