Tot eind zeventiger, begin tachtiger jaren van de vorige eeuw was ik lid van de CPN (Communistische Partij van Nederland). In die partij kreeg ik steeds grotere problemen die mij er onder anderen toe brachten ‘Origins of totalitarianism’ van Hannah Arendt te lezen. Dit boek uit begin vijftiger jaren behandelde ook het racisme en antisemitisme uitgebreid. Etty was bij velen in linkse kringen niet populair. Vooral vanwege haar deelname aan de Joodse Raad en haar afzien van deelname aan gewelddadige verzetsactiviteiten. Juist bij vrouwen (en ook enkele mannen), die af wilden van het ongenuanceerde goed/fout denken, kreeg haar werk steeds meer belangstelling.
In de dagboeken van Etty Hillesum kom je geen verwijzing tegen naar Hannah Arendt of de begrippen als het absolute kwaad of het radicale kwaad. Hannah Arendt en Etty Hillesum hebben wel dingen gemeen. Zij waren joods en leefden ontegenzeggelijk in donkere tijden. Beiden zochten ook de verhouding tussen waarheid en menselijkheid. Daarbij werden zij geholpen door dichters. Aan de dichter Rilke ontleent Etty het begrip “Weltinnenraum”. Door in zichzelf te keren, soms noemde ze dit ook ‘hemel’ of ‘god’, kon ze voldoende zekerheid krijgen om zich niet of minder te laten raken door de bedreiging van buiten. Dit gaf haar kracht om anderen te helpen. Deze vlucht uit de wereld, ingegeven door discriminatie, vervolging en onderdrukking, is geen vlucht in het zelf onafhankelijk van de buitenwereld. Het is geen ‘vlucht in het zelf’, maar wat Hannah Arendt ‘terug plooiing’ in het denken noemde. Aan de dichter Lessing ontleende Hannah Arendt dit begrip. Daardoor zou het handelen niet door het denken worden vervangen, of in de plaats komen van handelen in vrijheid. Daarin ontmoeten Etty Hillesum/Rilke en Hannah Arendt/Lessing elkaar.
Het “handelen in vrijheid” betekende niet noodzakelijkerwijs een actieve verzetsrol. Voor joodse verzetsmensen was dit niet altijd mogelijk, evenmin als voor mensen in andere totalitaire samenlevingen vroeger en nu. Hannah Arendt benadrukt dat het handelen en denken praktisch moeten zijn om de “tussenruimte” mogelijk te maken die nodig is voor een samenleving. Absolute geboden bedreigen de menselijke samenleving doordat ze de diversiteit van mensen aantasten. Daardoor bedreigt dit de tussenruimte die nodig is voor een menselijke samenleving. Die kan alleen tot stand komen door mensen als meervoud. Lessing zelf vat dit samen in: “Jeder sage, was ihm Wahrheit dünkt, und die Wahrheit selbst sei Gott empfohlen! (Een ieder zegge wat hem waar lijkt, en de waarheid zelf zij God toevertrouwd!)”.
Etty Hillesum heeft zich niet alleen terugtrokken in haar denken, maar heeft ook gehandeld. Zij zou “brisante Informationen über Fluchtwege und dergleichen (brandende informatie over vluchtwegen en dergelijken)” naar Amsterdam smokkelen volgens Werner Sterzenbach. Deze Duitse Jood en communist zat in kamp Westerbork en leidde daar een verzetsgroep die Etty de mogelijkheid bood om te ontsnappen en onder te duiken. Zij weigerde omdat ze haar ouders niet in de steek wilde laten en het als haar taak zag mensen in kamp Westerbork te helpen.
Tot zover mijn inhoudelijke interesse en betrokkenheid bij Etty Hillesum en het Etty Hillesum Huis .
Hans van Wirdum, (vrijwilliger Etty Hillesum Huis)