Bleek 11
Gokkes werd op 16 januari 1882 in Harlingen geboren. Hij was een zoon van koopman Benjamin Gokkes (1853-1929) en Betje de Vries (1860-1923). In 1909 trouwde hij in Hasselt met Geertruida Keizer, de jongste dochter van Abraham Keizer (1835-1922) en Susanna Potsdammer (1845-1927), aldaar geboren op 30 januari 1886. Samen kregen zij een dochter, Betsy Suzanna geboren in Delfzijl op 10 augustus 1915.
Na enige jaren in Delfzijl en Emmen als godsdienstleraar gewerkt te hebben, verhuisde Eliazar Gokkes in de zomer van 1926 naar Zeeland. Hier werd hij benoemd tot chazzan (voorzanger) in de Middelburgse sjoel, een functie die hij met veel toewijding vervulde. Al na een jaar werd hem op 13 mei 1927 lof toegezwaaid in het Nieuw Israëlitisch Weekblad: ‘Met genoegen valt te constateren, dat nu de heer Gokkes hier een jaar is, van meerder godsdienstig leven gewaagd kan worden. Het synagogebezoek neemt toe, en van de sjoeldiensten kan niet anders dan met lof worden gesproken.’ Eliazar Gokkes was niet alleen in Middelburg werkzaam. Ook de andere Zeeuwse Joden konden op hem rekenen. Zo herinnerde Clara Zilverberg-Labzowski zich hoe de heer Gokkes om de veertien dagen op woensdagmiddag met de boot naar Zierikzee kwam om de kinderen daar Joodse les te geven.
Tien jaar na zijn komst naar Middelburg werd op 19 april 1936 zijn 30-jarig ambtsjubileum groots gevierd. Zijn echtgenote Geertruida en dochter Betsy hadden er een prachtige dag van gemaakt. Tientallen personen en instellingen stuurden gelukwensen, bloemen en cadeaus en de hele dag was het een komen en gaan in de Bleek. Om 12 uur meldden de kerkenraden van Middelburg en Vlissingen zich in huize Gokkes. De voorzitters van beide kerkbesturen voerden het woord en prezen de jubilaris voor de wijze waarop hij zijn taak zowel in Middelburg als in Vlissingen, waar geen eigen ambtenaar was, vervulde. Telkens weer had men hem – zowel ‘bij treur als bij vreugd’ – in beide gemeenten bereid gevonden zijn diensten te verlenen. Als bewijs van erkentelijkheid overhandigden beide voorzitters hem dan ook een envelop met inhoud. In zijn dankwoord ging Gokkes uit van de tekst ‘el hannangar hazzeeh hispalloltie’. Hij bedankte in de eerste plaats God die hem deze dag had doen beleven, daarna beide kerkbesturen en tot slot zijn vrouw en dochter die het initiatief voor dit feest hadden genomen. Ter afsluiting zong dochter Betsy een zelf gecomponeerde feestcantate.
Betsy woonde in die jaren nog bij haar ouders. Na de verhuizing uit Emmen was zij ingeschreven op de Rijksleerschool in de Middelburgse binnenstad. Twee jaar later werd zij toegelaten tot de Middelburgse Meisjesschool, waar zij in juli 1932 slaagde voor het Mulo-examen. Na haar middelbare-schoolopleiding ging Betsy naar de Handelsavondschool, waar zij in juni 1934 de diploma’s machineschrijven en kantoorstenograaf en een jaar later het diploma Engelse handelscorrespondentie behaalde. In 1937 werd haar ook nog het Asso-diploma Kinderverzorgster-Kinderjuffrouw uitgereikt. Toch lijkt zij dat vak niet te hebben uitgeoefend, in 1940 werkte zij volgens het adresboek als kantoorbediende.
Samen met alle andere Joodse inwoners van Middelburg werd het gezin Gokkes op 24 maart 1942 gedwongen de stad te verlaten. De Provinciale Zeeuwse Courant van 30 juli meldde dat E. Gokkes verhuisd was van Bleek 11, Middelburg naar de Plantage Franschelaan 11a in Amsterdam. Vlak voor hun vertrek had Gokkes nog het een en ander in veiligheid proberen te brengen. Na de oorlog probeerden nabestaanden deze zaken terug te krijgen en plaatste mevrouw S.E. van Ham-Keizer op 23 november 1946 een oproep in de PZC waarin zij degenen die geld, sieraden of goederen in bewaring hadden van de familie Gokkes verzocht met haar contact op te nemen. Of hieraan gehoor is gegeven, is niet bekend. Decennia later werd na de heropening van de Middelburgse synagoge een kistje dat Eliazar Gokkes bij een van zijn buren in de Bleek in bewaring had gegeven, door een mevrouw uit Geldermalsen aan de synagoge geschonken.
Kort na aankomst in Amsterdam stuurde de familie Gokkes nog een briefkaart aan hun oude buren om te laten weten dat het goed met hen ging. Op 2 september werd het gezin echter op transport gezet naar Westerbork en op 4 september gingen zij door naar Auschwitz. Hier werden Eliazar en Geertruida op 7 september vermoord. Betsy bleef nog ruim een week in leven, maar op 18 september 1942 kwam ook aan haar jonge bestaan een eind.
Katie Heyning
Eliazar Gokkes
Harlingen, 16 januari 1882
Auschwitz, 7 september 1942
Bereikte de leeftijd van 60 jaar
Geertruida Gokkes-Keizer
Hasselt, 30 januari 1886
Auschwitz, 7 september 1942
Bereikte de leeftijd van 56 jaar
Betsy Suzanna Gokkes
Delfzijl, 10 augustus 1915
Auschwitz, 25 september 1942
Bronnen:
Joods Monument
Krantenbank Zeeland
Krantenbank Koninklijke Bibliotheek
L.W. de Bree, Zeeland 1940-1945, deel I, Middelburg 1979
Zeeuws Archief, Zeeuwen Gezocht