Gortstraat 28 – Simon Polak

Simon Polak

Gortstraat 28

Simon Polak werd op 1 mei 1905 in Middelburg geboren als het derde kind in het gezin van Lion Juda Polak (1872-1937) en Sara Braasem (1869-1943). Uit de rouwadvertentie bij het overlijden van zijn vader blijkt dat hij zich in 1937 verloofd had. De naam van zijn geliefde werd echter niet vermeld en tot een huwelijk lijkt het niet te zijn gekomen.

Simon ging in Middelburg na het doorlopen van het basis- en middelbaar onderwijs naar de Handelsdagschool. In juli 1920 werd hij op deze school van de eerste naar de tweede klas bevorderd. Een paar jaar later zal hij zijn diploma gehaald hebben. Wegens broederdienst vrijgesteld van de dienstplicht ging hij al jong zelfstandig aan de slag. Op 13 mei 1925 verleende de Middelburgse kantonrechter de toen 20-jarige Simon vergunning om handel in manufacturen en aanverwante artikelen te drijven en hiervoor alle noodzakelijke verbintenissen aan te gaan. Aan zijn manufacturenzaak besteedde Simon de nodige aandacht. Bij de viering van de 50e verjaardag van H.M. de Koningin in 1930 won hij de tweede prijs in de etalagewedstrijd waaraan de hele Middelburgse middenstand had meegedaan. En in 1939 sloot hij zich aan bij de MIDZA, een samenwerkingsverband van vooraanstaande Middelburgse middenstandszaken die klanten met buitengewone voordeeltjes en wekelijkse prijzenregens probeerden te lokken.

Simon Polak op het strand. Part. coll.

Zijn vrije tijd bracht Simon door bij de voetbalvereniging MV & AV Middelburg. Toen die in mei 1932 de 1e klasse van de KNVB wist te bereiken, speelde Simon een rol bij de muzikale rondgang die de leden en supporters door de stad maakten. Vanaf het clublokaal De Eendracht trok de stoet – voorafgegaan door politie te paard en begeleid door fanfarecorpsen – als eerste naar het huis van de aanvoerder van het eerste elftal. Daarna zette men koers naar de Gortstraat naar de woning van de voorzitter van de vereniging, Simons broer Mozes. Na over en weer speeches en gelukwensen te hebben uitgewisseld, zocht men vervolgens trainer Krottenau op. Het was Simon die bij die gelegenheid de trainer in het Duits hulde bracht en de wens uitsprak dat hij de club nog vele jaren zou blijven begeleiden.

Toen in de daaropvolgende jaren de politieke situatie verslechterde en oorlog dichterbij kwam, sprak de familie Polak af en toe over de noodzaak van vertrek. Tot daadwerkelijk weggaan kwam het echter niet, steeds was er weer een reden om het nog even uit te stellen. Pas in de meidagen van 1940 realiseerde de familie Polak zich dat zij Nederland beter konden verlaten. Op 14 mei verlieten Mozes, Mouritz, Simon, Henriette en hun moeder Sara met echtgenoten en kinderen in vier auto’s van de ijzerhandel Polak de stad. Het begin was angstaanjagend. Al op de weg naar Koudekerke werden zij door een Duitse piloot bestookt en ook bij het Vlissingse station, waar de overtocht naar Breskens geregeld moest worden, ontsnapten zij ternauwernood aan het geweervuur. Omdat de veerpont alleen nog ’s nachts bleek te varen, moest bijna het hele gezelschap, dat 21 personen telde, de oversteek op een kleine duwboot wagen. Pas na het invallen van de duisternis sloten Mozes en Mouritz zich met de auto’s, waarvoor zij op de veerpont een plaats hadden weten te regelen, weer bij hun familieleden aan. Van Breskens ging de reis met horten en stoten verder. Even werd nog getwijfeld of het niet beter was via Calais naar Engeland te gaan. Berichten over voortdurende aanvallen op de boten naar Engeland maakten Frankrijk een aantrekkelijker optie en na een tocht van een kleine veertien dagen streek het hele gezelschap neer in La Sauvagère, een klein dorpje in de Basse-Normandie, waar een groot huis werd gehuurd. Hun verblijf was echter van korte duur. Toen de Duitsers enkele weken later Nantes binnentrokken, oordeelde de familie het beter terug te keren. Eind september was de hele familie weer in Middelburg.

Samen met de andere Joodse inwoners werd Simon Polak op 24 maart 1942 gedwongen de stad te verlaten. De Provinciale Zeeuwse Courant van 30 juli meldde dat koopman S. Polak verhuisd was van de Gortstraat 28 in Middelburg naar de Geleenstraat 9 in Amsterdam. Daar werd hij tijdens een razzia samen met zijn moeder en enkele familieleden opgepakt. Simon overleed op 31 december 1942 in Auschwitz op 37-jarige leeftijd. Ook zijn moeder en zusje Henriette keerden nimmer terug. Voor hen werden in 2016 in Middelburg struikelstenen gelegd. Simons broers Mozes en Mouritz overleefden de oorlog.

Katie Heyning

Simon Polak
Middelburg, 1 mei 1905
Auschwitz, 31 december 1942
Bereikte de leeftijd van 37 jaar

Bronnen:
D. Polak, I did it my way [getypte herinneringen]
Joods Monument
Krantenbank Zeeland
Zeeuws Archief, Zeeuwen Gezocht