Bellamypark 6, Vlissingen
Ruben Hiegenlich werd geboren in Assen op 1 maart 1882 als zoon van David Hiegenlich en Regina van Emden. Hij trouwde op 9 augustus 1909 met Serlina Roozendaal, geboren in Almelo op 17 maart 1883, dochter van Simon Roozendaal en Rachel de Brave. Samen kregen zij twee zonen: David, geboren op 7 juli 1910 en Simon, geboren op 3 september 1914. Hun zoon David trouwde op 24 augustus 1937 in Leeuwarden met Jetta de Metz, geboren in Leeuwarden op 25 november 1911 als dochter van Abraham de Metz en Emma Leviticus. Davids dochtertje Lieneke werd vlak voor het uitbreken van de oorlog in Vlissingen geboren op 19 februari 1940. Zijn broer Simon bleef ongehuwd.
Hun vader Ruben Hiegenlich was handelsreiziger van beroep toen hij zich in augustus 1909 in Vlissingen vestigde. Ongetwijfeld vanwege zijn huwelijk met Serlina Roozendaal, die sinds 1894 in Vlissingen woonde bij het gezin van winkelier en vendumeester Simon Mozes Polak. Samen namen zij hun intrek in de Branderijstraat, later in de Sarazijnstraat. Na de geboorte van hun twee zonen nam Ruben in maart 1916 de meubelzaak van Polak op Bellamypark 4 over en gingen zij boven de zaak wonen. Ruben had grootse plannen en verbond al direct een stoffeerderij en beddenmakerij aan het bedrijf.
Ook op maatschappelijk gebied was hij actief. In 1921 was hij betrokken bij de oprichting van de neutrale schoolvereniging. In hetzelfde jaar trad hij op als afgevaardigde van het bestuur van de Nederlands Israëlitische Gemeente in de Vlissingse Armenraad. In zijn winkel konden loten ten bate van het Marine Sanatoriumfonds en voor De Joodsche Invalide worden gekocht. Ook Serlina was maatschappelijk betrokken en spande zich onder meer in voor de schenking van een Vlissingse banier aan de plaatselijke Oranjebond. Namens de lokale middenstand maakte Ruben deel uit van diverse commissies en organiseerde hij tentoonstellingen en speciale winkelweken. Voor het lenen van decorstukken deden plaatselijke toneelgroepen zelden vergeefs een beroep op deze winkelier.
De meubelwinkel floreerde en werd na enkele jaren totaal gerenoveerd. Op 13 november 1926 verscheen in de Vlissingse Courant een stukje over de opening van de nieuwe meubelwinkel op het Bellamypark. Hiegenlich had het hele pand laten verbouwen en uitgebreid met het aangrenzende Hotel du Commerce op nummer 6. Aan de ene kant kon men een uitgebreide collectie tapijten, karpetten en vloerzeilen vinden. Aan de andere kant was een afdeling voor huiskamer- en salonmeubelen ingericht. Alles verlicht met ‘electrisch licht’, een novum in die tijd. Meubelhuis ’t Woonhuis werd in Vlissingen een begrip.
Ruben moet echter vooral geëerd worden voor zijn onafgebroken inzet voor het Zeeuwsch Comité tot Steunverlening aan de Joodsche Vluchtelingen. Nadat Hitler in 1933 in Duitsland aan de macht was gekomen, kwam een stroom vluchtelingen op gang die voor een deel vanuit de Vlissingse haven met de Stoomvaartmaatschappij Zeeland een goed heenkomen in Engeland probeerde te zoeken. Het strenge toelatingsbeleid van de Britse regering bracht velen echter in de problemen. Regelmatig werden vluchtelingen teruggestuurd en werd de Vlissingse politie geconfronteerd met berooide mensen die geen kant meer op konden. Ruben Hiegenlich nam zitting in het Zeeuwse comité dat zich om deze mensen bekommerde en speelde een grote rol in de opvang van vluchtelingen die in Vlissingen strandden. Hij was behulpzaam bij het vinden van een tijdelijke logeerplaats, het verlenen van financiële steun of het zoeken naar onderdak elders in het land. In totaal kregen 248 personen tussen 1933 en 1940 hulp van dit comité.
Mogelijk waren deze ongetwijfeld tijdrovende werkzaamheden een reden om de winkel aan zijn oudste zoon over te dragen. Op 14 juli 1937 verscheen in de kranten een advertentie met de mededeling dat David Hiegenlich voortaan de leiding zou hebben over het Meubel- en Tapijtmagazijn ‘t Woonhuis op het Bellamypark. David was al eerder actief binnen de Vlissingse middenstandsvereniging en speelde onder andere een rol als voorzitter van het plaatselijk comité bij de landelijke middenstandscampagne van 14 tot 26 oktober 1935. Over Rubens tweede zoon Simon is minder bekend. Hij ging in 1937 naar Amsterdam, maar keerde in juni 1940 terug naar Vlissingen en schijnt samen met enkele familieleden een mislukte poging te hebben ondernomen om naar Frankrijk te vluchten.
Het leven werd in de daaropvolgende jaren steeds moeilijker. De met zoveel liefde opgebouwde meubelzaak werd in de loop van 1941 door de Duitsers genaast. Hoewel gesproken werd over onderduiken, is het er uiteindelijk niet van gekomen. Op 24 maart 1942 werd de hele familie door de politie opgehaald op Bellamypark 6 en gedwongen naar Amsterdam te gaan. Ruben, Serlina en zoon Simon gingen in Amsterdam wonen op de Jekerstraat 62. David ging met zijn gezin naar Biesboschstraat 60 III. Tegen het eind van die zomer vinden we David met zijn gezin en zijn broer Simon in Westerbork waar zij op respectievelijk 3 en 5 september 1942 op transport naar Auschwitz zijn gezet. Simon werd als dwangarbeider tewerkgesteld aan de Deutsche Reichsbahn en stierf op 31 december 1942 in Seibersdorf. David, Jetta en Lieneke werden meteen na aankomst in Auschwitz vergast. Ruben en Serlina werden pas later naar Duitsland afgevoerd. Zij werden op 20 juni 1943 vanuit Westerbork op transport gezet en stierven beiden op 16 juli 1943 in Sobibor.
Katie Heyning
Ruben Hiegenlich
Assen, 1 maart 1882
Sobibor, 16 juli 1943
Bereikte de leeftijd van 61 jaar
Serlina Hiegenlich-Roozendaal
Almelo, 17 maart 1883
Sobibor, 16 juli 1943
Bereikte de leeftijd van 60 jaar
David Hiegenlich
Vlissingen, 7 juli 1910
Auschwitz, 7 september 1942
Bereikte de leeftijd van 32 jaar
Jetta Hiegenlich-de Metz
Leeuwarden, 25 november 1911
Auschwitz, 7 september 1942
Bereikte de leeftijd van 30 jaar
Lieneke Hiegenlich
Vlissingen, 19 februari 1940
Auschwitz, 7 september 1942
Bereikte de leeftijd van 2 jaar
Simon Hiegenlich
Vlissingen, 3 september 1914
Seibersdorf, 31 december 1942
Bereikte de leeftijd van 28 jaar
Bronnen:
Joods Monument
Zeeuws Archief, Zeeuwen gezocht
Krantenbank Zeeland
L.W. de Bree, Zeeland 1940-1945, dl. I, Middelburg 1979
C. Steugel, A. Meerman en J. de Hond, Joods Vlissingen. Een roerige en bewogen geschiedenis, Vlissingen 2010