Paardenmarkt 29 – David Cracau en Sophia Ephraïm met Milka en Victor Cracau

Paardenmarkt 29, Vlissingen (nu hoek Gasthuisstraat/Koestraat)

David Cracau werd geboren op 29 december 1906 als het zesde kind van Victor Cracau en Engeltje Frank, voor wie op Molenstraat 44 een struikelsteen is gelegd. David, die dertien jaar oud was toen zijn vader in 1919 overleed, was evenals zijn broers zijn hele leven werkzaam in de familiefirma in lompen en metalen. Zijn persoonsbewijs noemt als beroep pakhuisknecht, andere bronnen spreken van lompenhandelaar.

Op 14 juni 1935 trouwde hij in Vlissingen met de 24-jarige Sophia Ephraïm, geboren op 27 mei 1911 in Amsterdam als dochter van Abraham Ephraïm en Milka da Silva Rosa. Samen gingen zij wonen op Paardenmarkt 29, vlakbij het pakhuis van het familiebedrijf op nummer 10. Daar kregen zij twee kinderen: Milka, geboren op 2 maart 1936 en Victor, geboren op 28 augustus 1937.

Tot de groep Zeeuwse Joden die tijdens de Duitse opmars in het voorjaar van 1940 via Zeeuws-Vlaanderen naar Engeland probeerde te vluchten, behoorde ook het gezin van David Cracau. Met twee familieleden en een bevriend echtpaar probeerden zij per auto via Frankrijk te ontkomen. Vele jaren later vertelde zijn broer Salomon over deze helse tocht. Nadat zij de Frans-Belgische grens gepasseerd waren en geen druppel benzine meer konden kopen, konden ze niet anders dan te voet verdergaan. Al na een dag werd de meegenomen bagage tot het uiterste beperkt, na drie dagen werd bijna alles achtergelaten. Enkele dagen onderdak in een klooster gaf het gezelschap even wat rust en uiteindelijk haalden ze Boulogne. Maar daar zaten ze als ratten in de val. Uiteindelijk gaven ze het op en keerde David met zijn gezin terug naar Zeeland. Het zal op die terugtocht geweest zijn, dat hun dochtertje Milka op 1 juni 1940 in Roksem, België is overleden.

Net als de andere Vlissingse Joden kregen David en Sophia het bevel op 24 maart 1942 met hun zoontje Victor hun woning aan de Paardenmarkt te verlaten en naar Amsterdam te gaan. Daar trokken zij samen met Davids moeder en enkele andere familieleden in op de Pres. Brandtstraat 32. Het was maar van korte duur. Tot de groep Joodse Zeeuwen die op woensdag 2 september 1942 naar Westerbork werden gevoerd, behoorde ook David Cracau. Twee dagen later ging hij op transport naar Auschwitz. Uiteindelijk overleed hij in december 1943 in kamp Gräditz.

Sophia Ephraïm, die in juli 1942 in Amsterdam ook haar tweede kind verloor, bleef enkele maanden langer in Amsterdam. Zij kwam pas op 2 februari 1943 in Westerbork, van waaruit zij op 9 februari naar Auschwitz werd gestuurd. Drie dagen later is zij daar omgebracht.

Katie Heyning

David Cracau
Vlissingen, 29 december 1906
Gräditz, 31 december 1943
Bereikte de leeftijd van 37 jaar

Sophia Ephraïm
Amsterdam, 27 mei 1911
Auschwitz, 12 februari 1943
Bereikte de leeftijd van 31 jaar

Milka Cracau
Vlissingen, 2 maart 1936
Roksem, 1 juni 1940
Bereikte de leeftijd van 4 jaar

Victor Cracau
Vlissingen, 28 augustus 1937
Amsterdam, 21 juli 1942
Bereikte de leeftijd van 4 jaar

Bronnen:
Joods Monument
Zeeuws Archief, Zeeuwen gezocht
Krantenbank Zeeland
L.W. de Bree, Zeeland 1940-1945, dl. I, Middelburg 1979
C. Steugel, A. Meerman en J. de Hond, Joods Vlissingen. Een roerige en bewogen geschiedenis, Vlissingen 2010